wo. okt 9th, 2024

Over de herkomst van het geslacht Boulonois zijn nauwelijks betrouwbare gegevens voorhanden.

Vast staat dat het gevluchte Hugenoten zijn.


Het vermoeden bestaat dat de familie van oorsprong is uit het gebied Boulonais gelegen in de buurt van de stad Amiens.
Uit die omgeving zou de familie via Antwerpen naar Rotterdam zijn gegaan, zoals zoveel Hugenoten hebben gedaan.

In de 16e eeuw ontstond in navolging van Calvijn in Frankrijk een gereformeerd protestantse stroming. De aanhangers van deze kerkelijke leer kregen de naam Hugenoten.
Het is niet bekend waar deze benaming in oorsprong vandaan kwam.
Het vermoeden bestaat dat deze benaming een verbastering is van Eidgenossen (‘eiguenots’ op zijn Frans).
Alhoewel aan het ontstaan puur theologische ideeën ten grondslag lagen ontwikkelde zich rond 1560 onder de Hugenoten ook een politieke stroming.

Onder hen bevonden zich lieden uit alle lagen van de bevolking, ook onder de adel.

In de nacht van 23 op 24 augustus 1572 vond te Parijs de zogenaamde Bartholomeusnacht of Parijse bloedbruiloft plaats.


Met instemming van de koningin-moeder Catharina de Medicis werd door de katholieke partij een bloedbad onder de Hugenoten aangericht die op dat moment in Parijs waren om daar de bruiloft te vieren van een van hun leiders, Hendrik van Navarra (de latere koning Hendrik IV), die met Magaretha (de zuster van koning Hendrik II) in het huwelijk trad.
Op 13 april 1598 vaardigde deze Hendrik IV, inmiddels koning en katholiek geworden, het Edict van Nantes uit.

Dit Edict beloofde de Hugenoten godsdienstvrijheid en gaf hen een aantal pandsteden.

De Hugenoten konden zich toen in vrijheid ontwikkelen.

Het werd hun toegestaan kerken te bouwen, zei het dat deze niet de naam van kerk mochten voeren en daarom ook wel ’temples’ genoemd werden.
Voorts werd het hen toegestaan functies te bekleden in het bestuursapparaat en in het leger.
Bovenal verkregen zij toestemming legers uit te rusten en garnizoenen te houden.
Gaandeweg deze periode van vrijheid groeide de aanhangers van deze leer tot ongeveer 10 procent van de totale bevolking.

Mede omdat het onderwijs onder deze bevolkingsgroep hun bijzondere belangstelling had kwamen er uit hun midden vele vooraanstaanden en geleerden voort.

Hun vrijheid was echter van korte duur.

Al twintig jaar later, met de komst van Lodewijk XIII en Richelieu begon de beteugeling van deze pas verworven vrijheid.
Richelieu maakte een einde aan de politieke machtspositie van de Hugenoten.
In 1628 gelukte het hem hun de laatste van hun pandsteden (La Rochelle) te ontnemen.
Dit Hugenoten Bolwerk viel na een langdurig beleg waarbij veel slachtoffers vielen.

De veldslagen die erop volgden werden vernietigend gewonnen door de koninklijke troepen, waarmee er een einde kwam aan de politieke- en militaire macht van de Hugenoten.

Er volgde een periode van betrekkelijke rust tot de katholieke koning Lodewijk XIV, na de dood van Mazarin in 1661 persoonlijk de regering in handen nam.

Een politiek van harde maatregelen tegen de Hugenoten volgde.
Aanvankelijk was Lodewijk niet echt religieus geïnteresseerd geweest.
Toen hij in 1661 de macht in handen kreeg wilde hij echter kennelijk geschiedenis maken als de vorst die van Frankrijk weer een katholiek land maakte.

Stukje bij beetje werden er maatregelen uitgevaardigd die het Edict van Nantes steeds verder aantastte.

Uiteindelijk werd op 18 oktober 1685 het Edict van Nantes herroepen.

Dit had als gevolg dat de positie van de Hugenoten onmogelijk werd en hun kerken vernietigd werden.
Zij die openbare functies bekleedden werden uit hun ambt gezet, ambachtslieden werden uit de gilden verstoten, protestantse scholen werden aan katholieken overgedragen of kortweg opgeheven.

Er werden met terugwerkende kracht zware belastingen opgelegd die men kon voorkomen door het gereformeerde geloof schriftelijk af te zweren en terug te keren tot de katholieke kerk.

Velen kozen eieren voor hun geld maar degenen die zich niet lieten ‘bekeren’ kregen verdergaande terreur te verduren.

Ter overtuiging werden cavaleristen en soldaten over het land uitgezonden voor de zogenaamde ‘missie met de laars’ (mission bottée).
Bij halsstarrige Hugenoten werden op koninklijk gezag dragonders ingekwartierd, zogenaamd ter bescherming tegen katholieke geweldplegers.
Voor niets ging echter de zon op.
Degenen die deze ‘bescherming’ genoten dienden de ingekwartierde soldaten in hun levensonderhoud te voorzien en bovendien een dagvergoeding te verstrekken.
Naarmate er meer kapitaal of goederen aanwezig waren werden er meer soldaten ingekwartierd zodat in korte tijd het vermogen van het slachtoffer als sneeuw voor de zon verdwenen was.

Kon iemand zijn verplichtingen uiteindelijk niet meer nakomen dan werd de vordering voldaan door het huisraad van de gastheer te verkopen.

Zij die niet tot het katholieke geloof terugkeerden waren zo uiteindelijk gedwongen huis en haard te verlaten en naar het buitenland uit te wijken.

Deze uittocht had al ongeveer 20 jaar voor de herroeping van het Edict van Nantes een aanvang genomen.
Vooral landen als Zwitserland, Engeland, Nederland, Duitsland (Brandenburg) en Kaap de Goede Hoop werden hun bestemming.

In die landen hebben zij, mede door hun doorgaans hoge scholing en ontwikkeling, een bijdrage in cultureel en economisch opzicht geleverd.

De exacte oorsprong van het woord Hugenoot is onbekend, maar velen beschouwen het als een combinatie van Vlaams en Duits.

Protestanten die elkaar ontmoetten om de bijbel te bestuderen werden Huisgenoten genoemd.

Ook werden ze wel aangeduid als Eid Genossen, of ‘eedgenoten’, personen die gebonden zijn door een eed.

Er zijn nog twee andere mogelijkheden te vinden in de Encyclopedia Britannica:

De woorden Huguenot, Huguenoen zijn oud Franse woorden, in gebruik in de 14e en 15e eeuw.

Zoals de protestanten katholieken ‘papen’ noemden, zo noemden de katholieken de protestanten ‘huguenoten’.
De protestanten in Tours kwamen bij elkaar in de buurt van de poort van koning Hugo, die de mensen beschouwden als een heilige.
Daarom verklaarde een monnik tijdens een dienst dat de Lutheranen eigenlijk Huguenoten moesten worden genoemd, omdat ze bloedverwanten waren van koning Hugo, omdat ze ’s nachts alleen uitgingen als hij dat ook deed.

Deze bijnaam werd populair vanaf 1560 en lang waren de franse protestanten onder die naam bekend.

In de huidige editie van Encyclopedia Britannica staat: De oorsprong van de naam is onzeker, maar het lijkt te komen van het woord aignos, afgeleid uit het Duits Eidgenosen dat tussen 1520 en 1524 werd gebruikt voor de patriotten van Genève, de vijanden van de hertog van Savoy.

De spelling Hugenoot is mogelijk beïnvloed door de persoonsnaam Hugues, ‘Hugh’; een leider van de de beweging in Genève was ene Besancon Hugues (ovl. 1532).

Volgens de linksboven in deze website weergegeven tekening van een wapen voerden leden van de familie een wapen.

Door webadmin

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.